{"id":1331,"date":"2024-03-01T11:36:59","date_gmt":"2024-03-01T10:36:59","guid":{"rendered":"https:\/\/ocdnet.nedkad.nl\/?post_type=deskundigen&p=1331"},"modified":"2024-03-01T11:36:59","modified_gmt":"2024-03-01T10:36:59","slug":"dwangstoornis-en-licht-verstandelijke-beperking","status":"publish","type":"deskundigen","link":"https:\/\/ocdnet.nl\/deskundigen\/dwangstoornis-en-licht-verstandelijke-beperking\/","title":{"rendered":"Dwangstoornis en licht verstandelijke beperking"},"content":{"rendered":"

\u201cIk snap het niet,\u201d zei Jeffrey*. \u201cHoe kan ik nou door middel van therapie minder angstig worden? Ze hebben mij eerder verteld dat de angsten in mijn hoofd zitten; hoe gaan die er dan uit?\u201d<\/p>\n

Jeffrey was ten tijde van opname een 13-jarige jongen met een lichte verstandelijke beperking (LVB) (TIQ 70, VIQ 76, PIQ 68) en een pervasieve ontwikkelingsstoornis NAO, type MCDD. Hij werd bij De Hondsberg aangemeld i.v.m. een toename van gedragsproblemen, irre\u00eble overtuigingen en dwangmatig gedrag. Zijn dwangmatigheden bestonden uit smetvrees, controleren van deuren en op voorwerpen tikken. Daarnaast waren er ook momenten van parano\u00efde overtuigingen, zoals een vergiftigingswaan. Een ambulant traject bleek niet haalbaar vanwege forse systeemproblematiek.<\/p>\n

Naast medicamenteuze behandeling werd het verzoek om te starten met cognitieve gedragstherapie (CGT) interdisciplinair besproken. Hoewel CGT goed zou aansluiten bij Jeffrey\u2019s dwangstoornis, was er naast zijn lichte verstandelijke beperking ook sprake van psychiatrische comorbiditeit. Er werd besproken dat in het geval van Jeffrey de dwangstoornis als primair gezien moest worden. CGT bij een jeugdige met een LVB en psychiatrische comorbiditeit leek een lastige combinatie.<\/p>\n

CGT en LVB<\/h3>\n

De kans op onder- of overschatten van het cognitieve vermogen of het sociaal-emotioneel functioneren van LVB jeugdigen is hoog. Bij de diagnose moeten de cognitieve sterke en zwakke kanten van de jeugdige in beeld worden gebracht en het sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau goed worden ingeschat. Er moet rekening worden gehouden met de kenmerken van de verstandelijke beperking en worden onderzocht of\/hoe deze in verband staat met de gedragsproblemen (De Wit et al., 2011).
\nCGT is een verzamelnaam voor een groot aantal verwante hulpvormen waarin cli\u00ebnten leren adequate en functionele denkbeelden en gevoelens over zichzelf en hun omgeving te hanteren, hun stemming te beheersen en zich adequaat te gedragen. Juist de verzameling aan mogelijkheden binnen CGT maakt dat deze richting een goed kader biedt voor een behandeling van o.a. een dwangstoornis bij mensen met een LVB. Interventies die zijn gebaseerd op cognitieve gedragstherapeutische principes laten vaak positieve effecten in de behandeling van LVB jeugdigen zien (Didden & Moonen, 2007; Schuiringa, Van Nieuwenhuijzen, Orobio de Castro & Matthys, 2009).<\/p>\n

Wat werkt?<\/h3>\n

In de behandeling van mensen met een LVB hanteer je weliswaar dezelfde cognitief-gedragstherapeutische principes als in de behandeling van mensen met een gemiddelde intelligentie, maar de vertaling van deze principes naar de cli\u00ebnt is anders. Hoe hoger het cognitieve ontwikkelingsniveau, hoe beter er cognitieve technieken gebruikt kunnen worden. Een standaard protocol is nooit een-op-een toe te passen.<\/p>\n

Jeugdigen met een LVB hebben veelal een beperkt werkgeheugen, waardoor er meer moeite bestaat met denken. Zij leren vooral via concrete ervaringen die passen bij hun belevingswereld. Het abstract denken is namelijk beperkter. Ook het scheiden van hoofd- en bijzaken en het structureren van informatie gaat vaak moeilijker. Het is belangrijk dat de hulpverlener de LVB jeugdige externe sturing en structuur geeft, en de oefenstof vereenvoudigt, doseert en ordent. Er moet rekening worden gehouden met de tragere informatie verwerking en met de moeite die deze jeugdigen vaak hebben met het houden van overzicht en langdurige concentratie (Zoon, 2012).<\/p>\n

Ook het taalgebruik en taalbegrip blijven vaak achter t.o.v. leeftijdsgenoten met een gemiddelde intelligentie (De Beer, 2011). Vereenvoudigen en visueel ondersteunen van de aangeboden taal is dan nodig. Ook is het zinvol om regelmatig bij de jeugdige na te gaan of de informatie begrepen wordt.<\/p>\n

Het verwoorden van gevoelens en gedachten is complex voor jeugdigen met een LVB, maar niet onmogelijk. Het duiden van gevoelens kan ondersteund worden door het gebruik van een gevoelsthermometer.<\/p>\n

Het Landelijk Kenniscentrum LVB heeft een richtlijn opgesteld waarin zes eisen staan waaraan interventies moeten voldoen willen zij een grotere kans hebben om werkzaam te zijn in de behandeling van jeugdigen met een LVB. Reguliere behandelvormen lijken met deze aanpassingen geschikt te worden voor jeugdigen met een LVB (Zoon, 2012):<\/p>\n