OCD doet zich voor op uiteenlopende soms heel specifieke levensgebieden. Het diagnostisch proces voor OCD vraagt van de behandelaar inzicht in onderliggende obsessies en fysieke en mentale compulsieve uitingen.
OCDnet laat verschillende indelingen zien. De indelingen zijn behulpzaam bij het anamnestisch uitvragen van de klachten.
Bij de anamnese houd je rekening met al dan niet reeds geclassificeerde comorbide aandoeningen en klachtenpatronen die overeenkomsten hebben met OCD.
Voor het bepalen van de ernst van de dwangklachten gebruik je meetinstrumenten.
Indelingen
Het indelen van de dwangstoornis kan op verschillende manieren. De indelingen zijn bedoeld om meer inzicht te krijgen in de dwangproblematiek. Dit inzicht biedt handvatten voor herkenning, begrip en behandeling.
Lees meer
Op basis van clusteranalyse
Dwangklachten zijn zeer divers, maar kunnen worden ingedeeld op basis van clusteranalyse. In wetenschappelijk onderzoek zijn vier tot zeven clusters gevonden, afhankelijk van de methode van het clusteren van de symptomen.
Bij alle vormen van OCD is er sprake is van obsessies en/of compulsies in storende mate. Er is echter een grote verscheidenheid aan vormen waarin OCD zich presenteert. Dat levert een zeer heterogeen beeld op.
In de hoop gemakkelijker oorzaken te vinden en specifieke behandelvormen te kunnen toepassen zijn er meerdere pogingen gedaan om subgroepen te maken. Een voorbeeld hiervan zijn deze clusters. Voor de klinische praktijk heeft deze indeling in clusters weinig consequenties. De indeling is vooral van belang voor een betere herkenning en begrip. Vaak komen deze clusters samen voor, soms kunnen de symptomen van het ene in het andere cluster overgaan.
Lees meer over de vijf clusters
Naar obsessie
OCD is in te delen in angstige en niet angstig gekleurde onrust. Het is een misvatting dat dwang per definitie angstig van aard is. Hieronder lees je over de mogelijke aard van de onrust, welke gedachten angst en onrust veroorzaken en hoe iemand met dwang zich tot de gedachten verhoudt. Het begrijpen van de aard van de obsessie is een belangrijke stap richting herstel.
Lees meer over obsessies
Naar compulsie
Een compulsie is er altijd op gericht onrust te verminderen. Dit kan een uiterlijke handeling zijn maar ook een innerlijke/mentale.
Lees meer over compulsies
Anamnese
De aanwezigheid en de duur van dwangklachten worden anamnestisch uitgevraagd. Wanneer de dwangklachten al in de kindertijd ontstaan zijn (early onset) is er vaker sprake van een comorbide ticstoornis, ADHD en autisme en is er vaker sprake van een tel- en symmetriedwang. Ook zie je dwangklachten vaker bij jongens in de kindertijd ontstaan.
Lees meer
Belangrijk is dat bij dwang niet altijd sprake is van angst voor een nare gebeurtenis die moet worden voorkomen (Harm Avoidance-OCD). Er kan ook sprake zijn van een onbestemd gevoel, dat dingen moeten, omdat het anders niet in orde is, niet goed of onvolledig voelt (Not Just Right Feelings, Feelings of Incompleteness).
Als een intaker meer in detail wil weten welke dwangsymptomen er voorkomen bij een patiënt, kan hij de Y-BOCS checklist afnemen of laten invullen.
De ernst van de dwangklachten wordt bepaald met de Y-BOCS ernstlijst. Als een patiënt meer dan één uur per dag dwangklachten heeft, is er conform DSM-5 sprake van een classificatie OCD.
Speciële anamnese
Hoe vraag je OCD uit als de patiënt positief heeft geantwoord op de twee stamvragen van de algemene anamnese ? (Handboek psychiatrische onderzoek. Hengeveld MW e.a., Amsterdam, de Tijdstroom, 2019, pag. 34 en 35).
Als je OCD vermoedt bevraag je de patiënt over de inhoud, ernst, duur en de gevolgen van de dwangklachten.
Lees meer
Aard van de obsessies
Wat ligt aan de basis van de onrust?
- Angst
- Walging
- Onbestemde onrust, onvolledigheid
Bij de onbestemde onrust kan secundair angst optreden. “Als ik de handeling niet uitvoer dan gebeurt er een ongeluk, iets ergs.” Dit is vaak weinig specifiek.
Indien de aard angst of walging is: hoe verhoudt iemand zich tot de obsessies? Welke invloed heeft iemand op de vreselijke dingen die zouden kunnen gebeuren?
Veroorzaakt iemand de zaken die angst of walging oproepen (on)opzettelijk of wordt iemand slachtoffer?
Aanwezige compulsies?
Welke dwanghandelingen zijn er om onrust te verminderen?
- Mentale en/of fysieke handelingen
- Compulsie en/of impulsie
- Logisch en/of magisch verband houdend met de obsessie
Vermijding
Welke vermijding is er om onrust te voorkomen?
Vaak wordt wel uitgebreid geïnformeerd naar obsessies en compulsies maar niet naar vermijding, terwijl die ook heel bepalend kan zijn. Bijvoorbeeld:
- Geen werk meer kunnen doen uit angst voor fouten
- Vrouwen of mannen vermijden uit angst voor ongewenste homo- of heteroseksuele gevoelens
- Vermijden dingen te gebruiken uit angst voor beschadiging, wanorde
- Dingen niet aanraken uit angst voor besmetting
- Messen vermijden uit angst gewelddadig te worden
- Bepaalde getallen vermijden
- Niet op de naden tussen de tegels lopen
- Sociale situaties vermijden
- Bepaalde gedachten vermijden
Overige factoren
- Op welke levensterreinen speelt de OCD?
- Hoeveel tijd nemen obsessies en compulsies in beslag?
- Wat was de beginleeftijd?
- Zijn er ook tics (geweest) in de familie?
- Hoe sterk is het ziektebesef?
- In hoeverre lukt het om verstandelijk te blijven als de onrust toeneemt?
- Zijn er psychotische kenmerken?
- Zijn er andere dwangverschijnselen (geweest)?
- Binnen welk cluster vallen de verschijnselen?
Comorbiditeit
OCD gaat vaak samen met andere klachten die om een aanvullende classificatie vragen, zoals angststoornis, Obsessieve Compulsieve Persoonlijkheidsstoornis, Impulscontrolestoornis, somatisch-symptoomstoornis, autismespectrumstoornis, depressie en ADHD.
Lees meer
Angststoornis
Ongeveer 50% van de mensen OCD heeft ook één of meerdere angststoornissen. Bij de meeste mensen met dwang staat de dwangstoornis op voorgrond.
De meest voorkomende angststoornissen die naast dwang voorkomen, zijn de sociale fobie, paniekstoornis, een specifieke fobie, gegeneraliseerde angststoornis en posttraumatische stressstoornis (PTSS). De psychologische behandeling van angststoornissen bestaat in de meeste gevallen uit cognitieve gedragstherapie (CGT). Naast CGT is medicamenteuze behandeling een optie. Vaak wordt er dan een antidepressivum voorgeschreven.
Sociale fobie
Ongeveer 45% van de mensen met dwangstoornis heeft ook een sociale fobie.
Sociale angst betekent duidelijke en aanhoudende angst voor situaties waarin men sociaal moet functioneren. Er is in hoge mate angst in sociale situaties en/of er is sprake van vermijdingsgedrag. Bij een sociale fobie ligt eenzaamheid op de loer.
Paniekstoornis
Een paniekstoornis met of zonder vermijdingsgedrag komt voor bij circa 34% van de mensen die ook lijden aan OCD. Er zijn bij een paniekstoornis terugkerende, onverwachte paniekaanvallen. Een paniekstoornis veroorzaakt meestal angst voor de angst; ongerustheid over het krijgen van een volgende aanval en/of bezorgdheid over de consequenties van de aanval en/of t.a.v. het eigen gedrag gedrag tijdens een angstaanval.
Specifieke fobie
Bij ongeveer 44% van de mensen met OCD zie je ook een specifieke fobie.
Bij een specifieke fobie heb is er een duidelijke, aanhoudende, overdreven angst voor een specifiek voorwerp of situatie, zoals bijvoorbeeld vliegen, hoogten, dieren, een injectie krijgen of overgeven
Gegeneraliseerde angststoornis (GAS)
Buitensporige angst met betrekking tot een aantal gebeurtenissen en activiteiten is een gegeneraliseerde angststoornis. Deze komt bovengemiddeld vaak voor bij mensen met OCD.
Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
Angst, hulpeloosheid of afschuw na een traumatische gebeurtenis komt vaker dan gemiddeld voor bij mensen die ook OCD hebben.
Obsessieve Compulsieve Persoonlijkheidsstoornis (OCPS)
OCPS is een afkorting van obsessieve compulsieve persoonlijkheidsstoornis en komt soms ook samen voor met een dwangstoornis.
Mensen met deze aandoening hebben een grote behoefte aan controle en stellen extreem hoge eisen aan zichzelf. Algemene inflexibiliteit staat op de voorgrond door een sterke focus op het naleven van regels, perfectionisme en overmatige ordelijkheid.
De wens om alles goed en netjes te doen maakt deel uit van het karakter: “Het voelt zo, ik ben zo.” Dit noemen we egosyntoon. Omdat iemand het als “eigen” beleeft, worden de problemen vaak lange tijd niet herkend.
Vaak begrijpt iemand met OCPS niet goed waarom anderen zo nonchalant met dingen om kunnen gaan en begrijpt de omgeving niet waarom alles zo precies op één manier moet. Mensen met OCPS kunnen zich daardoor erg eenzaam en onbegrepen voelen maar ook een wens voelen om vrijer te kunnen zijn en dingen te doen omdat het leuk is en niet omdat het moet of zo hoort.
OCD of OCPS?
In vergelijking met OCD is er bij OCPS meer sprake van rigiditeit dan compulsiviteit. Er is geen besef dat de strakke regels in de ogen van veel anderen overdreven of onnodig zijn. Streven naar perfectie, volledigheid of zekerheid bij OCD worden als egodystoon beleefd. Perfectionisme bij OCPS wordt meer uitgeleefd dan beleefd als innerlijke onrust en is meestal egosyntoon. Als zaken kunnen worden uitgevoerd volgens de strakke regels dan is iemand in principe tevreden, maar het is voor de omgeving belastend.
DSM-IV-TR
Een diepgaand patroon van preoccupatie met ordelijkheid, perfectionisme, beheersing van psychische en intermenselijke processen, ten koste van soepelheid, openheid en efficiëntie, beginnend in de vroege volwassenheid en tot uiting komend in diverse situaties, zoals blijkt uit vier (of meer) van de volgende kenmerken:
- is gepreoccupeerd met details, regels, lijsten, ordening, organisatie of schema’s, wat zo ver gaat dat het eigenlijke doel uit het oog verloren wordt;
- toont een perfectionisme dat het afmaken van een taak bemoeilijkt (bv. onvermogen iets af te maken omdat het niet aan de eigen overtrokken eisen voldoet);
- is overmatig toegewijd aan werk en productiviteit met uitsluiting van ontspannende bezigheden en vriendschappen (niet te verklaren door een duidelijke economische noodzaak);
- is overdreven gewetensvol, scrupuleus en star betreffende zaken van moraliteit, ethiek of normen (niet te verklaren vanuit culturele of godsdienstige achtergrond);
- is niet in staat versleten of waardeloze voorwerpen weg te gooien, zelfs als ze geen gevoelswaarde hebben;
- is er afkerig van taken te delegeren of om met anderen samen te werken, tenzij dezen zich geheel onderwerpen aan zijn manier van werken;
- heeft zich een stijl van gierigheid eigen gemaakt ten aanzien van zichzelf en anderen; geld wordt gezien als iets dat opgepot moet worden voor toekomstige catastrofes;
- toont starheid en koppigheid.
Impulscontrolestoornis (ICS)
Mensen met een impulscontrolestoornis (ICS) hebben minder vermogen om een impuls, drang of verleiding te weerstaan. Dit is schadelijk voor de persoon zelf of voor anderen. Impulscontrolestoornissen komen in het algemeen relatief vaak voor.
Veel voorkomende IC’en:
- intermitterende explosieve stoornis
- kleptomanie
- pyromanie,
- pathologisch gokken
- trichotillomanie
- ICS ‘niet nader omschreven’ (NOS). Tot deze laatste rekent men
- compulsief seksueel gedrag
- dwangmatig koopgedrag
- problematisch internetgebruik
- dwangmatig huidplukken
Somatisch-symptoomstoornis
Bij een somatisch-symptoomstoornis bestaan langere tijd onverklaarbare lichamelijke klachten zoals pijn of uitvalsverschijnselen. Onverklaarbare lichamelijke klachten komen regelmatig voor bij mensen die veel last hebben van stress of angst. Ook bij OCD zie je vaker dan gemiddeld onverklaarbare lichamelijke klachten. Soms is er wel een medische oorzaak, maar vormt die geen verklaring voor de ernst of duur van de klachten. Dat er geen lichamelijke oorzaak wordt gevonden, wil niet zeggen dat die er niet toch is. Mensen schamen zich vaak voor hun klachten en ervaren vaak maar weinig begrip van hun omgeving. Mensen met OCD schamen zich vaak ook al voor hun dwangklachten.
Autismespectrumstoornis (ASS)
Bij autismespectrumstoornissen (ASS) passen gedragingen die je ook ziet bij OCD. Namelijk:
- Rigiditeit/stereotype gedrag
- Obsessieve traagheid
- Stereotype gedragingen of interesses
Het onderscheid tussen rigide of stereotype gedrag en een dwanghandeling is niet altijd scherp te maken.
Depressie
De prevalentie van depressie is bij mensen die lijden aan een obsessieve compulsieve stoornis verhoogd.
ADHD
OCD kan ook samen voorkomen met ADHD.
Differentiële diagnose
Sommige klachtenpatronen hebben overeenkomsten met OCD, maar worden daarvan onderscheiden en anders benoemd. Er wordt wel gesproken van een OCD Spectrum. In de DSM-5 zijn de aandoeningen die formeel tot dit spectrum behoren opgenomen in de groep OCD en aanverwante stoornissen.
Lees meer
Bij verschillende aandoeningen komen dezelfde symptomen voor. De volgende op zichzelf staande aandoeningen hebben overeenkomsten met OCD.
OCSS Formeel
Aandoeningen die formeel tot het obsessieve compulsieve spectrum behoren:
- Body Dysmorphic Disorder (BDD), bodydysmorfe stoornis, morfodysfore stoornis, ingebeelde lelijkheid
- Skin-picking (SP), dwangmatige excoriatie, huidpulkstoornis
- Trichotillomanie (TTM), haaruittrekstoornis
- Hoarding, verzamelstoornis
- Obsessieve jaloezie
- Andere stoornissen uit het spectrum
OCSS Informeel
Aandoeningen die informeel tot het obsessieve compulsieve spectrum behoren:
- Ticstoornissen
- Hypochondrie, ziekteangststoornis
- Eetstoornis
- Obsessieve Compulsieve Persoonlijkheidsstoornis (OCPS)
- Stoornissen buiten het spectrum
Aandoeningen die niet tot het spectrum behoren, maar toch overeenkomsten hebben:
- Specifieke fobie
- Gegeneraliseerde angststoornis
- Sociale fobie
Meetinstrumenten
Voor klinische praktijk en onderzoek bruikbare diagnostische meetinstrumenten.
Lees meer
Diagnostische meetinstrumenten
Hier vind je meetinstrumenten voor diagnose en het bepalen van de ernst van de dwangklachten. Deze bestaan uit vragenlijsten en interviews. De meetinstrumenten op OCDnet.nl zijn bruikbaar voor de klinische praktijk en wetenschappelijk onderzoek.
Kinderen en jongeren
SOCS, Short OCD Screener, Korte OCD vragenlijst
ADIS-C/P is een semi-gestructureerd diagnostisch interview. In de ADIS-C/P worden verschillende stoornissen op het gebied van primair angst en stemming uitgevraagd aan de hand van de DSM-IV criteria.
CY-BOCS, Children Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale. De CY-BOCS is een vragenlijst/semigestructureerd interview dat de aard en ernst van OCD meet bij kinderen en jongeren tussen de 8 en 18 jaar.
Volwassenen
Y-BOCS, Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale, zelfrapportage van de symptoomchecklist. PDF-versie