Skip to main content

Afwijking van hersenen bij OCD?

Afwijking van hersenen bij OCD?

Vraag

Klopt het dat bij mensen met OCD het alarm in hun hersenen ”te gevoelig” is afgesteld? En er dus sprake is van een duidelijke afwijking t.o.v. mensen zonder OCD?

Wat maakt dat de klachten de ene keer erger zijn dan de andere keer? Periodes waarbij de OCD weer naar voren komt en wanneer het beter te managen is? Hoe kan dat terwijl er ondertussen altijd een verandering t.o.v. mensen zonder dwang is, in de hersenen? Ik ben benieuwd! Groet, Lenny

Antwoord

Bas van Heycop ten Ham, Klinisch psycholoog & cognitief gedragstherapeut

Dat is geen gemakkelijke vraag die je daar stelt. Je kunt het brein je voorstellen als een zeer ingewikkeld netwerk van zenuwbanen, die elkaar ook nog eens beïnvloeden. Vergelijkbaar met een spoorwegennet, waarbij als het drukker is in het ene gebied, dit ook gevolgen kan hebben voor een ander gebied. Of als er ergens treinen uitvallen, dit uitstraalt naar andere gebieden in Nederland.

Bij dwang zijn verschillende hersengebieden en hun onderlinge verbindingen betrokken. Hierbij zijn sommige gebieden overactief en andere juist weer minder actief. Gebieden die obsessies en impulsen tot handelen genereren zijn te actief, en gebieden die relativering moeten aanbrengen zijn weer minder actief. Er is dus altijd sprake van de onderlinge verhouding van activiteit in hersengebieden.

Je zou dus kunnen zeggen, dat de gebieden die obsessies en compulsies genereren te actief staan afgesteld en dus ‘vals alarm’ geven. De gebieden die het valse alarm moeten relativeren zijn relatief te zwak.

Dat gezegd hebbende, kun je je voorstellen, dat iemand met dwang het ene moment meer activiteit in de dwanggebieden heeft of te weinig activiteit in de relativeringsgebieden. Dit kan onder invloed staan van vermoeidheid, verveling, innerlijke conflicten, stress, et cetera. Dat verklaart waarom iemand met dwang er soms meer en soms minder last van heeft.

Deze fenomenen in de hersenen zijn op individueel niveau niet zo goed aan te wijzen met MRI of fMRI. Bij fMRI wordt de functie en connectiviteit binnen het brein in kaart gebracht tijdens een taak die iemand moet uitvoeren. Wanneer je iemand met dwang onder een MRI legt en hem confronteert met prikkels die normaal gesproken dwang uitlokken, zullen bepaalde gebieden actiever oplichten in vergelijking met iemand zonder dwang. Maar verschillen tussen mensen met en zonder dwang zijn vooral in groepen te vergelijken. Je kunt dit vergelijken met lichaamslengtes: gemiddeld zijn Nederlanders langer dan Italianen, maar in het individuele geval kun je natuurlijk een kleine Nederlander en een grote Italiaan hebben.

Dwang vergelijk ik vaak met eczeem. Dat is een allergische reactie in de huid, die jeuk geeft. Verschillende oorzaken zijn aan te wijzen, zoals aanleg, de rol van het immuunsysteem, stress, allergene stoffen en mogelijk zelfs voeding. Eczeem komt en gaat en is wat moeilijk te voorspellen. Maar als het er is, is er vooral één belangrijke remedie: niet krabbelen, want dan wordt het erger.

Hetzelfde met dwang: dit staat onder invloed van verschillende factoren, komt en gaat en er is vooral één remedie: als het er is, dan niet gaan dwangen, oftewel geen compulsies uitvoeren.